Het behouden en verder uitbouwen van onze sociale welvaartstaat is de grote uitdaging.
Ook de volgende generaties moeten het beter hebben dan hun ouders.

Om dat mogelijk te maken moeten we besturen zonder zelfgenoegzaamheid.

WAT WE DOEN IN VRAAG STELLEN

Gaston Geens (Eerste Vlaamse minister-president) stelde ooit: “Wij zullen moeten bewijzen dat wat wij zelf doen, we beter doen”.

Vandaag weten we dat we daar niet voldoende in geslaagd zijn. We moeten durven in vraag stellen wat we doen, hoe we het doen en of we het wel moeten doen.

VERANDERING BEGINT BIJ ONSZELF

We moeten als burger een partner worden van onze overheid.

We klagen steen en been over overdreven regelzucht, gebrek aan efficiëntie, het feit dat iedereen bevoegd is, maar niemand verantwoordelijk. Toch blijven we als burger passief.

De gevolgen hiervan zijn groot. Het kost veel geld dat we niet kunnen gebruiken voor sociale noden. Het creëert uitsluiting: mensen zonder netwerk raken het noorden kwijt.

We zagen en zeuren maar nemen geen verantwoordelijkheid. “Kop in kas en voortdoen.”

Dit moet anders. Schouder aan schouder, burger en overheid.

TROTS OP ONZE OVERHEID

Samen met onze zeer gemotiveerde ambtenaren moeten we aan de slag om de logge structuren uit het verleden te vervangen. Een frisse nieuwe stijl introduceren. Hen steunen in de wens om te veranderen. We hebben zeer gemotiveerde en creatieve mensen: tijd om hen het respect te gunnen dat ze verdienen.

De uitdagingen waar we voor staan zijn groot, maar onze kansen ook. Aan ons om ze te grijpen.

INTERNE STAATSHERVORMING

De kost van het staatsapparaat moet omlaag. We moeten zuurstof geven aan zorg en onderwijs. We willen hogere tewerkstelling. Minder belastingontduiking. Meer inclusie. Preventie.

We verwachten transparantie, klantgerichtheid en efficiëntie. In ruil moeten we zelf ook een betrouwbare partner zijn van onze overheid.

Dit alles met één belangrijk doel voor ogen: dat onze kinderen het ook beter hebben dan hun ouders. Alle kinderen.